Het begin

De brouwgeschiedenis begint in 1992 in Arnhem, toen ik samen met David Vertegaal begon met brouwen. Aan de hand van het Groot zelf bierbrouwboek van Jan van Schaik zetten wij de eerste schreden als bierbrouwer. Twee studievrienden, Marius Schwartz en Raphaël van der Velde, volgden de brouwersactiviteiten nauwgezet en waren nooit te beroerd om een biertje te proeven. Met eenvoudige middelen kwamen we al een heel eind: een grote aluminium pan die mijn moeder vroeger gebruikte om de overalls van mijn vader te wassen, twee emmers met horregaas als filter en enkele gistingsflessen van 15 liter. De simpele apparatuur werkte, maar bracht ons soms ook tot wanhoop. Te fijn schroten: uren lang filteren. Te dik beslag: de filteremmers waren te klein. Niet opstartende giststarters. Enzovoort enzovoort. Bovendien bleek brouwen in de keuken niet ideaal. Net nadat ik was verhuisd, kwam in de oude woning het plafond van de keuken naar beneden. Het oude stucwerk met een rieten ondergrond had zoveel vocht opgezogen dat de zwaartekracht er teveel grip op had gekregen. De huisbaas heeft gelukkig nooit begrepen wat de oorzaak is geweest en het was bovendien hoognodig dat de keuken gerenoveerd werd.

In Arnhem was het niet eenvoudig om aan goede ingrediënten te komen. Bij een slijterij kon je mout en hop bestellen, maar of en wanneer dat arriveerde was altijd ongewis. Bovendien kon je slechts kiezen uit twee soorten gist: bovengist en ondergist. Korrelgist in een wit, naamloos zakje. Onze bieren hadden altijd een typisch zelfbrouwsmaakje en waren steevast te zoet. Hoe lang we ook maischten, het maakte niet veel uit. Naar later we later leerden, zijn dit typische eigenschappen van de gebruikte gist.

Het eerste bier was een witbier dat meer naar een Belgische Pale Ale smaakte. Niet ontmoedigd brouwden we door. En de inspanningen werden beloond. In 1996 wonnen we met een wél geslaagd witbier een derde prijs op de Open Nederlandse Brouwkampioenschappen (commentaar van Leo Brand: "Mooi bier"). Maar soms ook schoten we door in onze vernieuwingsdrang en maakten we kruidendrankjes in plaats van bier. Eén keer maakten we spontaan een alcoholvrij bier doordat een lekke afsluitkap ervoor zorgde dat een schimmelinfectie op het bier kon groeien. Deze schimmel verwijderde alle alcohol uit het bier.

 

De Vier Broeders: v.l.n.r.: Raphaël, Adrie, David en Marius

Groter

Een aantal jaren heeft het bierbrouwen stil gelegen. Maar met in het achterhoofd het oprichten van een wat grootschaliger brouwerij, had David eens bij een klant een grote dubbelwandige roestvrijstalen vat van 160 liter vandaan gehaald. Bij de NS gaan nog steeds verhalen rond over die jongeman die een enorme ketel door de trein sleepte. Dat ding stond al een paar jaar in de kelder stof te verzamelen, totdat Raphaël het welletjes vond. Hij wist aan een grote roestvrijstalen container te komen die misschien wel geschikt zou kunnen zijn als filterkuip. Deze bleek echter veel te groot, maar een behulpzame lasser kon de container in drieën zagen en de uiteinden weer aan elkaar lassen. Met een geperforeerde plaat net boven de bodem en een kraan erin was een uitstekende filterkuip geboren. Na een forse bestelling bij Brouwland konden we eindelijk aan de slag.

Ondertussen was ik actief geworden op het forum van Hobbybrouwen. Hier leerde ik van het bestaan van vloeibare reincultures van gist. Deze gisten zijn naar verluid veelal afkomstig van professionele brouwerijen. Het enthousiasme van de amateurbrouwers van het forum werkte aanstekelijk en inspirerende recepten en goede tips werden uitgewisseld.

Op 24 maart 2002 was het zover: ons eerste brouwsel in de nieuwe installatie. We noemden hun brouwerij Brouwerij De Vier Broeders en eindelijk gingen eindelijk gevieren aan de slag. De eerste brouwsessie stond vooral in het teken van het uitproberen van de installatie. Het opbouwen en gereed maken duurde zo lang, dat pas om twee uur ’s middags het beslag kon worden gemaakt. De grootste tegenslag kwam van de brander; deze functioneerde niet goed, waardoor het beslag veel te langzaam opwarmde. Dit was te wijten aan de gebrekkige trek van hete lucht door de dubbele wand. De geboorde gaten bleken te klein. Na het bijboren van gaten en het isoleren van de buitenwand van de ketel ging alles een stuk beter. Toch zijn we nog tot 11 uur ’s avonds bezig geweest voordat het bier in het gistingsvat zat en de installatie weer schoon en opgeruimd in de kelder stond. Het eerste bier moest een dubbel worden, maar dankzij een groter rendement dan verwacht is het een quadrupel geworden.

 

Onze schrootmolen: een Horsefriend haverpletter.

Betere ingrediënten

Na enkele brouwsels hadden we het brouwproces aardig gestroomlijnd en kenden we de eigenschappen van de installatie. Als we nu een dubbel willen brouwen, wordt het ook een dubbel. Door het stroomlijnen gaat het brouwen een stuk vlotter: tegenwoordig zijn we voor etenstijd klaar met brouwen, schoonmaken en opruimen. De bieren zijn bovendien van veel betere kwaliteit dan onze vroegere brouwsels op het fornuis. Dit heeft te maken met de betere kwaliteit van de grondstoffen en van de veel betere kwaliteit van de gebruikte gisten. We gebruiken meestal de reincultures van Wyeast, maar experimenteren ook met nieuwe, betere korrelgisten, zoals de Danstar Windsor en de SafAle S-04. Dit zijn uitstekende gisten die geen bijsmaakjes produceren of teveel fruitigheid aan je bier geven. Een andere belangrijke les was zo min mogelijk zuurstof toe te laten tot het hete wort om oxidatie te voorkomen. En tenslotte beluchten we de giststarter én het afgekoelde wort om de gistcellen te verwennen. Ook voegen we aan de giststarter goede gistvoeding toe. Maar de belangrijkste stap vooruit was het overgaan op temperatuurgecontroleerde vergisting. Vooral deze drie laatste aspecten en de betere gistrassen hebben ertoe bijgedragen dat de bieren kwalitatief niet te onderscheiden zijn van professionele brouwsels.

 

De maisch/kookketel

Speurtochten op internet zette ons op het spoor van Promash. Promash was een computerprogramma waarmee je recepten kunt ontwikkelen, maar wordt al lange tijd niet meer verder ontwikkeld of bijgehouden. Voor de (amateur)brouwer was het een prachtig instrument, dat alles kon wat een brouwershart begeert, behalve brouwen zelf. Het was zeer gemakkelijk om recepten te ontwikkelen en van te voren een idee te krijgen van wat voor bier het ongeveer gaat opleveren. Doordat in dit programma een recept en een brouwsessie goed worden gedocumenteerd was het eenvoudig om eerder gemaakte bieren te reproduceren. Later ontwikkelde Adrie een moderner brouwprogramma, genaamd BrouwHulp. Dit programma heeft veel meer mogelijkheden dan Promash.

Het brouwen van bier blijft een boeiende hobby. En contacten met andere hobbybrouwers, zoals tijdens de proeverij na de gezamenlijke Rochefort 8 kloon-actie en Orval-kloon-actie van het forum van hobbybrouwen, geven een extra dimensie aan het geheel. Ook het ontmoeten van andere hobbybrouwers bij evenementen als het Open Nederlands Kampioenschap voor Amateurbrouwers is altijd erg leuk.

Na mijn verhuizing naar Zutphen is de Vier Broedersinstallatie ook hier naartoe gekomen. De hectoliterinstallatie is echter wegens ruimtegebrek verkocht en tegenwoordig brouwen wij in mijn HERMS (zie hieronder). In plaats van 100 liter per keer brouwen we nu 50 liter per keer.

Altijd feest met de bieren van De Vier Broeders!

 

Regelmatig proeven we ook bieren van andere hobby- en professionele brouwers om ideeën te ontwikkelen voor nieuwe bieren. In de boekenkast verschijnen regelmatig nieuwe bierboeken.

Het hoogtepunt in 2004 was de eerste prijs in klasse A voor de Zaneken pilsener op het Open Nederlandse Kampioenschap voor Amateurbrouwers (ONK). En in 2005 vielen we op hetzelfde kampioenschap weer in de prijzen met een derde prijs in klasse A voor een Weizen.

Het ONK van 2006 was helemaal een absoluut hoogtepunt met de derde prijs in klasse A voor een Weizen en de eerste prijs in de vrije klasse met de Salmo Gold. Dit bier is tevens uitgeroepen tot beste bier van alle deelnemende bieren en daarmee werden wij Nederlands Kampioen!

 

 

Ook solo

Ik brouw ook solo. In 2003 heb ik een speciaal soort brouwinstallatie gebouwd, een HERMS. HERMS is een afkorting voor "Heat Exchanging, Recirculating Mash System" oftewel een installatie waarbij je door middel van een warmtewisselaar het beslag opwarmt. In de VS bouwden al vele hobbybrouwers een dergelijke installatie. Meer over de installatie kun je lezen op mijn website. Tegenwoordig brouw ik voornamelijk in een Grainfather brouwsysteem.

ik heb in de loop der jaren heel veel ervaring opgedaan en heel veel boeken en artikelen gelezen. Dit resulteerde in 2011 in het verschijnen van mijn boek Verander Water in Bier. Dit boek is een complete handleiding voor de beginnende en gevorderde brouwer. Je kunt het boek bestellen bij jouw favoriete hobbybrouwartikelenleverancier.

 

De HERMS

Mijn HERMS. Links de warmwaterketel (onder) en de maischketel (boven), rechts de kookketel.

 

Mijn Grainfather.

 

Mijn kunststof CCT in de klimaatkast. Zo kan ik de temperatuur van het gistende bier altijd precies sturen.

 

 

Ik ben oprichter van De Roode Toren en was voorzitter van 2008 tot 2017. Daarnaast ben ik een van de beheerders van het forum van Hobbybrouwen.